Om een inkijk te geven in onze wereld, wie we zijn en waar we tegenaan lopen, schrijven we maandelijks een blog. Deze maand facilitator Hildegard Bongarts die haar blog start met de vraag wat de overeenkomsten zijn tussen haar rol als storyteller en procesbegeleider.

Ik heb een storytellingbureau, een achtergrond in film maken, ben van de inhoud; hoe kom ik dan terecht bij een club facilitators? Wat brengt mijn achtergrond als filmmaker mij als ik een groep mensen help een proces te ontwerpen?

  1. Ik heb een enorme voorliefde voor de kern te raken: net zo lang door te gaan tot je het probleem bij de ballen hebt.
  2. En daarnaast een diepe behoefte aan echte verbinding.

Laat me deze laatste wat verder toelichten. Bij het ophalen van verhalen is deze wellicht wat evidenter: wil ik een gelaagd verhaal van mensen/een bedrijf naar boven halen, dan is het noodzakelijk dat men zich veilig voelt. Je hebt diep te graven om voorbij open deuren te komen en het verhaal te pakken dat anderen raakt.

Grappig genoeg is dat bij procesbegeleiding niet anders. Als een groep mensen gezamenlijk een probleem gaat tackelen is diezelfde veiligheid nodig. Ga maar na: pas als het veilig is, durf je alles van jezelf te laten zien. Ook die laag waarin je nog niet zeker weet of het klopt. Waar fouten gemaakt mogen worden. En op die laag ligt innovatie en nieuwe inzichten. Immers als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg.

Vanuit deze diepere laag boor je ook enthousiasme en commitment aan. Als ik zelf iets leuk vind, wil ik wat we verzonnen ook gaan uitvoeren.

Dit alles lukt me niet, of in ieder geval stukken minder, als we dat deel van verbinden overslaan. Als ik niet weet of ik jou kan vertrouwen, hou ik mijn kaarten voor de borst. Dan ben ik ondertussen in mijn hoofd bezig met mijn positie, mezelf staande houden. Dan lukt het me dus niet op die diepere laag van vernieuwing uit te komen en kom ik met meer voor de hand liggende oplossingen. Daar voel ik dan ook minder commitment op, kom ik er later achter dat het niet echt is waar ik warm voor loop.

Hoe maak ik dan die verbinding?

Enerzijds door zelf als facilitator het goede voorbeeld te geven. Onmiddellijk alle standsverschillen op te heffen. Dat kan op vele manieren. Ik heb wel eens een appel gegeten tijdens een sessie, ben op een bureau gaan zitten, heb mijn schoenen uitgedaan. Maar ook soms een beetje plagen of iets vertellen wat me zelf raakt. Alles om de ander zich veilig te laten voelen.

Anderzijds betrek ik mensen door vragen te stellen, de workshop net niet af te hebben waardoor er bijvoorbeeld nog een flip over moet worden opgesteld, of theekopjes te zoeken in de kast. Of tijdens de sessie anderen te laten schrijven. Zo wordt het niet alleen mijn proces, maar van ons allemaal.

En laten we wel wezen, dat veilig maken doe ik niet alleen voor de groep maar ook heel erg voor mezelf. Als de ander zich veilig voelt en we het samen lol hebben, voel ik me ook pas veilig. Pas dan lukt het me om de beste versie van mezelf in te zetten. Om te luisteren, scherpere vragen te stellen, om op de gezichtsuitdrukking van de ander te letten en daarop in te springen. Zodat we ons vervolgens echt kunnen richten op het bij de ballen grijpen van het vraagstuk.

Ik ben wel benieuwd naar hoe jij dat aanpakt? Wat doe jij in jouw werk om echte verbinding te maken? Om onderling vertrouwen te creëren? En sterker nog: vind jij het wel noodzakelijk om die verbinding te maken voor je met een vraagstuk aan de slag gaat?

Eén van onze tools om betere verbinding te creëren is de Praat vraagkaartenset. Vragen die patronen doorbreken, die activeren, wij-gevoel creëren en inzicht geven in vraagstukken. De vragen maken de weg vrij voor een goede werksessie. De set vind je hier, en mocht je willen sparren over hoe je tot de kern te komt, neem dan zeker contact met ons op; we helpen je graag op weg.